In de Biechtstoel: Tjeu Jacobs
In dit artikel:
Tjeu Jacobs werd geboren in het kleine Altweerterheide (toen zo’n 900 inwoners), ging naar het dorpsschooltje en groeide op in een gezin waar vader in het fanfarebestuur zat — reden waarom hij niet de voetbal maar de blazers koos. In 1975 verhuisde hij met zijn vrouw Ans naar Gemert vanwege zijn werk op vliegbasis Volkel, “in de tijd dat ze de Vondellaan aan het leggen waren”.
Op religieus vlak merkt hij dat de strengere devotie van vroeger is afgenomen; in het katholieke dorpje was hij één van de weinige niet-katholieken en er werd zelfs gelobbyd om naar een seminarie in België te gaan, maar levensgebeurtenissen en wereldleed deden het geloof bij hem slinken.
Techniek heeft altijd zijn belangstelling gehad. Bij de luchtmacht werkte hij aan cockpitinstrumenten; nu is hij op dinsdagochtenden actief in het RepairCafé, waar ongeveer 65% van de ingebrachte apparaten weer werkt. Hij helpt ook bij de VVV en bij de FNV met de belastingservice — manieren om maatschappelijk betrokken te blijven ondanks zijn lichamelijke beperking. (Voor lezers: RepairCafé is een buurtinitiatief waar vrijwilligers kapotte spullen repareren; VVV is de toeristische informatieorganisatie; FNV is een Nederlandse vakbond.)
Op zijn vierendertigste ontdekte men een goedaardige tumor in zijn ruggenmerg. Na een operatie en langdurige revalidatie kon hij aanvankelijk alleen nog met een kruk lopen. Later ontstonden heupproblemen en tijdens de coronaperiode nestelde een bacterie zich in zijn ruggenmerg, waardoor hij uiteindelijk in een rolstoel belandde en niet meer kon wandelen. Dat betekende het afscheid van activiteiten als wielrennen en windsurfen. Toch blijft hij mobiel met een handbike die aan zijn rolstoel te koppelen is; een praktisch probleem blijft de beperkte beschikbaarheid van toegankelijke toiletten.
Tjeu koestert vooral zijn vrouw, dochter en drie kleinzonen. Hij ergert zich aan het wereldleed en het gebrek aan medemenselijkheid, geniet van eenvoudige momenten in de tuin met een krant en een biertje, en leert veel van collega’s in het RepairCafé — waar uiteenlopende apparaten, van koffiezetters tot de heropleving van platenspelers, worden gerepareerd. Hij hoopt over vijftig jaar nog eens terug te kijken naar technologische vooruitgang en het leven van zijn kleinkinderen. Een gemis blijft dat hij nooit diepgaande gesprekken over het leven met zijn ouders heeft kunnen voeren; verder heeft hij geen grote geheimen of biechten.